In elk duurzaamheidsprogramma breekt ooit het punt aan dat investeringen ter discussie staan. Er wordt natuurlijk continue geïnvesteerd, zowel in tijd als geld. Maar ik doel hier op het moment dat de investering gevoeld wordt en dat er knopen doorgehakt moeten worden. Het punt waarop gezegd wordt: ‘Duurzaamheid is te duur, hier hebben we geen geld voor over’. Voor jou als plannenmaker is dat natuurlijk een frustrerend moment. En wat doe je vervolgens? Hoe ga je in zo’n geval als verantwoordelijke voor duurzaamheid om met de besluitvormers?
Een no-go voor een duurzaamheidsproject is niet alleen een kwestie van geen geld. Vaak wordt er in de ‘klassiek budgetteren en investeringsdenken valkuil’ gestapt. En nog vaker ontbreekt er een gerichte visie op duurzaamheid die vertaald kan worden naar de praktijk en waaraan projecten getoetst kunnen worden.
Bij investeringen wordt nog te vaak in het ‘nu’ gedacht. Maar duurzaamheid gaat juist over de toekomst. Denk maar aan de definitie van Brundtland. In het heden is er doorgaans een van te voren bepaald budget voor duurzaamheid. Er wordt gedacht in termen van ‘hoeveel geld is er nu en hoeveel gaat dit project kosten?’ Maar hoe druk je die onzekere toekomst uit in geld? We zijn gewend dat investeringen in de toekomst geld opleveren. We moeten nog wennen aan investeringen die ervoor zorgen dat het bedrijf bijvoorbeeld niet afhankelijk blijft van schaarse grondstoffen en energiebronnen, inclusief de bijbehorende business cases die ingaan op de bijbehorende stijgende kosten. En hoe worden issues zoals reputatieschade, relaties met klanten en andere stakeholders, die (nog) niet in geld zijn uit te drukken gewaardeerd?
Daarnaast is er ook dikwijls geen visie die als toetssteen voor nieuwe projecten kan dienen. De duurzaamheidsvisie is vaak heel algemeen: ‘een betere wereld en een betere speler in deze wereld zijn’. Een nobel streven, maar als er geïnvesteerd moet worden dan blijkt dat de pijn van de investering van nu groter is dan de pijn van niet zo’n goede wereldburger zijn. De visie zou dieper moeten gaan en moeten ingrijpen op voor de organisatie basale dingen als continuïteit en positie ten opzichte van de stakeholders.
Praktische tips voor duurzaamheidsmanagers die te maken hebben met budget beperkingen:
- Laat zien dat het project bijdraagt aan de duurzaamheidsvisie. Is er nog geen visie die ook als praktische toetssteen kan dienen? Ga dan hiermee aan de slag, los van je project dat nu ter discussie staat. Organiseer brainstorms, strategische sessies met de besluitvormers waarin je ze laat nadenken over toekomstscenario’s en duurzaamheid en de consequenties daarvan voor het bedrijf.
- Als geld als eerste ter sprake komt bij de bespreking van je project, parkeer dan het onderwerp. Ga eerst de discussie aan over de inhoud van het project. Onthoud: geld is een middel. Jij wilt praten over het nut en de noodzaak van het project.
- Zorg voor een goede business case met daarin ook aandacht voor toekomstscenario’s en duurzaamheidsknelpunten. Behandel ook de issues die niet in geld uit te drukken zijn.
- Laat pas aan het einde van de inhoudelijke discussie het onderwerp geld weer terug komen. Als het idee en de noodzaak achter het project is omarmd en goedgekeurd, wordt het budget een noodzakelijke investering. En jij hebt natuurlijk gezorgd voor een solide, goed onderbouwde begroting. Want een duurzaamheidsmanager houdt niet van geld verspillen.
Het volgende artikel van Salem Samhoud past goed bij deze blog: “Nederlandse organisaties blijven achter in ontwikkelen inspirerende visie en het doorvoeren van die visie in de bedrijfsprocessen”
http://financieel-management.nl/content/view/15710/top-5-oorzaken-waarom-visie-faalt#.TmY766I18fo.twitter
Ik kan mij helemaal vinden in de inhoud van dit artikel. Binnen mijn eigen organisatie werken we aan een bedrijfsvisie op duurzaam ondernemen om zo beter te kunnen beoordelen of (toekomstige) projecten ook echt passen bij waar het bedrijf naartoe wil. Gelukkig staat de directie daar ook achter. Toch blijft het moeilijk om niet in het “nu” te denken, vooral omdat actuele ontwikkelingen voor ons (bezuinigingen, liberalisering OV markt grote steden)- meer dan voorheen – zeer bepalend zijn voor de toekomst van de onderneming. Toch doen we ons best om die visie onafhankelijk van deze turbulente tijden op stellen en te blijven zoeken naar kansen op verduurzaming.
Beste Virgil,
Dank voor je comment. Ik vind het positief nieuws dat jij in je rol ruimte en ondersteuning krijgt voor goede visie ontwikkeling. Dat is een mooi en inspirerend voorbeeld voor anderen.
Ik kan me het dilemma levendig voorstellen in jullie branche. Ik hoop dat jullie erin zullen blijven slagen om de lange termijn als leidraad te blijven nemen. Ik kan me voorstellen dat er bij jullie scenario’s ontwikkeld zijn of worden waarin OV een prominente rol gaat spelen : duurzame mobiliteit.
Ik had je artikel al eens gelezen en zag het nu weer voorbij komen op twitter. Ben het volledig eens. Zie dit ook terug in de Praktijkkring Duurzaam Voedselbeleid voor gemeenten die ik afgelopen jaar begeleidde. Eén van de gemeenteambtenaren met een hele duideijke visie over waar hij met duurzaam voedsel in zijn gemeente naar toe wilde, had een verfrissende kijk op het ´geen geld hebben voor duurzaamheid´. Volgens hem kan het zelfs een voordeel zijn om geen geld voor je beleid te hebben. Dit dwingt je om te werken aan breed draagvlak, zie zijn quote:
“Je hebt voor voedselbeleid niet veel geld nodig. Juist niet, dat
maakt het alleen maar lastig.Zorg ervoor dat het een probleem
ook door anderen wordt onderschreven en koppel voedsel
aan andere dossiers, met bijbehorend budget.”
Binnenkort verschijnen de lessen uit deze praktijkkring in het boekje ´Naar een behapbaar Voedselbeleid´. Mocht je interesse hebben, laat maar weten.
Dat is een mooie toevoeging Petra, dank! : Met anderen naar een gezamenlijke ambitie (visie, missie) zoeken. Dat is ook weer goed voor breed draagvlak
Ik ontvang het boekje graag, lijkt me erg interessant!