Ik ben een warm pleitbezorger van het organiseren van duurzaamheid als tegenhanger van het managen van duurzaamheid. Tijdens presentaties laat ik de toehoorders de mechanismen van het organiseren van duurzaamheid zelf ervaren door middel van een simpel ‘hands up’ experiment.
Ik vraag aan de mensen in de zaal wie zichzelf duurzaam vindt en of ze dat kenbaar willen maken door hun hand op te steken (dit werkt overigens het beste in een zaal met minimaal 30 mensen). Jezelf duurzaam vinden is schijnbaar erg pretentieus, want dan volgt er slechts een enkel aarzelend vingertje dat gepaard gaat met wat aftastend om zich heen kijken.
Vervolgens vertel ik het verhaal van de Cultural Creatives. Dit zijn mensen die bezorgd zijn om onze planeet en die hun werk en leven duurzaam willen inrichten. 10% van de Nederlandse bevolking is Cultural Creative en de verwachting is dat dit groeit naar 20%. Een belangrijk kenmerk van deze groep mensen is dat ze het gevoel hebben dat ze een uitzondering zijn. Daarom treden ze vaak niet actief naar buiten met hun duurzame voorkeuren.
Als ik na het verhaal over de Cultural Creatives nogmaals vraag om de hand op te steken als men zich tot de groep ‘bezorgt om duurzaamheid’ rekent, dan volgen er meer vingers – de 10% klopt dikwijls. En ook deze keer als de handen omhoog gaan wordt er om zich heen gekeken. Maar dit keer met blikken van herkenning en verstandhouding. Er is verbinding!
En in deze verbinding ligt de basis van het organiseren van duurzaamheidsinitiatieven.
Ter illustratie een voorbeeld hoe dit werkte bij een presentatie voor studenten op een hogeschool. Ik had de studenten gevraagd in de huid te kruipen van de duurzaamheidsmanager van de hogeschool. We discussieerden over wat ze in deze rol zouden kunnen doen om het papierverbruik – volgens hen een belangrijk duurzaamheidsthema voor de school – terug te dringen. Er werd gesproken over regels en sancties. Maar hoe dit precies uit te voeren werd lastig gevonden en het leek de studenten nou ook niet zo’n leuke baan: papierpolitieagent.
In deze fase van de discussie vroeg ik de studenten de “hands up voor duurzaamheid vraag”. Vervolgens vroeg ik één van de dappere studenten die z’n hand had opgestoken wat hem persoonlijk ergerde als het over papierverbruik binnen de opleiding ging. Hij vertelde dat studenten bij enkele docenten verplicht zijn om werkstukken op papier in te leveren omdat de docent dan in de kantlijn correcties kan aanbrengen. Hij vond dit papierverspilling. Maar hij had er nooit over gedacht om hier in zijn eentje actie op te nemen.
Nadat – na het Cultural Creative verhaal – meer studenten hun hand opstaken, ontstond ook hier de herkenning. En nog belangrijker: er ontstond verbinding. De andere Cultural Creatives onder de studenten vonden dat de student zeker een punt had. Ze verklaarden bereid te zijn gezamenlijk dit specifieke papier-verspillende probleem op te pakken. Want zelfs met slechts 4 studenten (in dit geval) heb je immers al een mini-crowd waarmee je aandacht kan vragen voor jouw issue. En daarnaast is er nu ook gezamenlijke denkkracht om de docent van creatieve oplossingen te voorzien. Zichtbaar zijn leidt tot verbinding. En verbinding leidt tot actie!
De vraag is of deze studenten ook tot actie zouden zijn overgegaan als er ‘van hogerhand’ werd uitgevaardigd dat er minder papier verbruikt moet worden. En de vraag is ook of een voor papierverbruik verantwoordelijk duurzaamheidsmanager ooit zelf op dit idee had kunnen komen.
Actie vanuit de organisatie kan dus op een simpele manieren geïnitieerd worden. Faciliteer zichtbaarheid van en verbinding tussen de medewerkers die gedreven zijn en zelf ideeën hebben. Koester de mensen die hun handen durven op te steken: de koplopers voor duurzaamheid!